Veteraanbomen ook in Nederland mogelijk?
Naarmate bomen ouder worden, krijgen ze vaak een grotere betekenis omdat steeds meer mensen een oude boom ‘herkennen’ of ‘er iets mee hebben’. De belevingswaarde en de vaak unieke verschijning van monumentale oude bomen zijn inmiddels in de bomenvakwereld, bij bestuurders, beleidsmakers én het algemeen publiek bekend en geaccepteerd. Dat er binnen de ‘MoBo’s’ nog een speciale categorie zeer oude bomen bestaat, is minder bekend. Dit zijn de ‘veteraanbomen’.
Veteraanbomen zijn monumentale bomen die in de aftakelingsfase verkeren. Ze hebben een ecologische, esthetische of culturele waarde én ze zijn oud in verhouding tot andere bomen van dezelfde soort. In de ons omringende landen en in het bijzonder in Engeland zijn dergelijke stokoude bomen een vertrouwd verschijnsel. Om de kennis hierover te vergroten verbleef het team van Bomenwacht Nederland begin juni enkele dagen in Zuidoost-Engeland.
Keuzes maken
Onder leiding van de ervaren bomengids Jeroen Heindijk hebben de Bomenwachters op diverse locaties in Kent geleerd dat bomenbeheer volgens het in ons land gangbare boomveiligheidsonderzoek haaks staat op het beheer dat voor veteraanbomen noodzakelijk is. Tijdens een excursie over het fraaie landgoed Sheffield Park ontstonden er met bomenbeheerder Andy Jesson levendige discussies over de afwegingen tussen de omgevingsveiligheid, essentieel op dit drukbezochte park, en de wens om (zeer) oude bomen zo lang en intact mogelijk te handhaven. Jesson gaf aan dat het park voorafgaand aan en tijdens storm volledig wordt afgesloten. Na afloop wordt bij alle grote en oude bomen een veiligheidsinspectie uitgevoerd, aansluitend wordt de noodzakelijke snoei verricht voordat het park weer wordt opengesteld. Uit veiligheidsoogpunt, maar ook met in het achterhoofd de oorspronkelijke tuinaanleg, is voor Jesson en zijn mensen het vellen van een dierbare boom soms toch onontkoombaar.
Tweede toekomst
De Bomenwachters zagen dat bomen ánders oud kunnen worden als alle betrokkenen de kennis hebben, zich hiervoor willen inspannen en de locatie er geschikt voor is, zoals op de golfbaan in Lullingstone. Op de velden van het vroegere kasteel staan veteraanbomen in de allerlaatste levensfase met vele grote holten en afgebroken, soms nog in de (secundaire) kroon hangende, zware gesteltakken, waartussen de golfbanen zijn ingepast. Te zien viel dat het handhaven van deze veteranen hier daadwerkelijk een wens van de beheerder is. De conclusie was dat er door opleiding en ervaring oog moet bestaan én de mentaliteit aanwezig moet zijn om een monumentale boom op een geschikte standplaats niet als afgeschreven te zien, maar een tweede toekomst als veteraan te gunnen.
Ecologie en cultuur
Op alle excursielocaties bleek dat veteraanbomen belangrijke stapstenen zijn voor het handhaven en versterken van de biodiversiteit. Tijdens het bezoek aan Nonington trof het gezelschap onder andere een steenuil aan en sporen van vleermuizen in diverse holle tamme kastanjebomen. Ook bleek steeds weer de relatie tussen boom en standplaats. Er is vaak een duidelijke en directe relatie met het cultureel erfgoed waarnaast deze oude bomen hun standplaats hebben, zoals de vele verspreid staande veteraanbomen in de landschappelijke zichtassen van het landgoed Godinton House and Gardens. De beheerder toonde tijdens zijn rondleiding prachtige voorbeelden van vrij uitgegroeide eiken, tamme kastanjes en esdoorns. Bij deze altijd zelfstandig en vrij uitgegroeide bomen hebben forse horizontale takken laag boven de grond geleid tot indrukwekkende kroonprojecties. Een compleet uitgeholde esdoorn (er viel doorheen te wandelen) had vanaf de rand van de afgebroken stam op de levende buitenring opnieuw een compacte kroon van jonge takken gevormd.
Investeren in de groeiplaats loont
In Zuidoost-Engeland gelden voor bomen gunstiger condities dan in Nederland: een losse, lemige en vochthoudende grond plus een mild klimaat zorgen voor goede groeiplaatsomstandigheden. In Nederland zijn de omstandigheden vooral in de stedelijke omgeving voor (jonge) bomen over het algemeen dusdanig beperkt dat deze zeer snel verouderen: op een leeftijd van 50 jaar vertonen ze vaak al aftakelingsverschijnselen. Veel te vroeg, vergeleken met de circa 475 jaren die de indrukwekkende ‘Fredville Oak’ in Nonington inmiddels telt. Oorspronkelijk vrijstaand maar sinds de Tweede Wereldoorlog binnen de beschutting van een erfbeplanting geldt voor deze boom het Engelse gezegde over het leven van een eik “driehonderd jaar groeien, driehonderd jaar leven, driehonderd jaar sterven”.
Holten en dood hout
Uitstekend te zien was dat bomen meerdere fasen doormaken met als sluitstuk de in Nederland vrijwel onbekende veteraanfase. Dit is logisch: in ons drukke en dynamische land is het al heel wat wanneer een boom of laanbeplanting op leeftijd een herinrichting van een straat of park mag overleven. Hierna vindt vervolgens regelmatig stevige snoei plaats waarbij al het dode hout wordt weggenomen. Wanneer de boom vanwege ouderdom zijn kroon verliest mag deze dan wel technisch zijn afgeschreven, maar juist de vaak enorme holten in stam en takken en het vele dode hout vormen hét kenmerk van bomen in het veteraanstadium, samen met de levende buitenring en de compacte secundaire kroon. Veteraanbomen dragen duidelijk bij aan de identiteit van een plek en de beleving van de menselijke maat. Heel waardevol in een tijd waarin zoveel snelle veranderingen op ons af komen!
Bomen-APK
In Nederland leiden boomveiligheidscontroles ertoe dat veel potentiële veteraanbomen verdwijnen. Natuurlijk staat vanwege de zorgplicht de omgevingsveiligheid voorop, want veteraan en veilig gaan helaas niet samen. Maar zou het mogelijk zijn om tijdens de ‘bomen-APK’ te adviseren om de ligging van een pad, een stoep of zelfs een weg aan te passen? In parken en op landgoederen kan worden gedacht aan het aanbrengen van een ruim hekwerk dat betreding van de kroonprojectiezone tegengaat of, zoals in Sheffield Park, een tijdelijke afsluiting bij harde wind en stormgevaar. Ook acceptatie van het beeld dat zo kenmerkend is voor deze monumentale bomen in hun eindfase, namelijk een terugstervende en/of uitbrekende kroon met nadrukkelijk zichtbaar dood hout en vele stamholten, zou het aantal veteraanbomen in Nederland kunnen doen toenemen. Voor gemeenten zal dit waarschijnlijk wel een groter bezwaar zijn dan voor een natuurbeheerorganisatie. Ten slotte mag de planologische bescherming niet worden vergeten: een rondje op de kaart ter grootte van de volwasfase-kroonprojectie in plaats van een stip is daarbij een eerste vereiste.
Zien is waarderen
In Zuidoost-Engeland leerden de Bomenwachters dat er vele onomstreden argumenten zijn om zeer oude bomen blijvend te behouden. Een veteraanboom mag dan wel veiligheidstechnisch afgeschreven zijn, vanuit ecologisch standpunt begint het dan pas. Een actief en gericht groeiplaatsbeheer en vakkundige monitoring tijdens alle levensfasen van (stads)bomen kunnen leiden tot een grotere variatie in leeftijdsklassen binnen het Nederlandse bomenbestand. Niet alleen maar jonge(re) bomen die maximaal 50 jaar mogen bereiken, maar – op daartoe geschikte standplaatsen – eveneens markante veteranen. Vanuit praktisch oogpunt blijft het in ons drukke land zeer belangrijk om de veiligheid van deze bomen te kunnen waarborgen. Er blijken vele (beheer)mogelijkheden om dit ook voor stokoude bomen blijvend te garanderen.
Zoals een legendarische voetballer ooit zei: “Je gaat het pas waarderen als je het ziet”. Bij de boomtechnici van Bomenwacht Nederland is het beheer van veteraanbomen door de boeiende studiereis nu volop in beeld.