Van groene reus tot zorgenkindje

30-10-2015
Nieuws, Ziekten en aantastingen
Geschreven door Erik Koppelaar

In Nederland zien we ’m overal – langs wegen en kanalen, maar vaak ook midden in de stad. We mogen zelfs stellen dat hij in de afgelopen eeuw massaal is aangeplant. En nu zitten we een beetje met hem in onze maag. Want nu hij op leeftijd komt, blijkt hij last te krijgen van een vervelend verschijnsel: takbreuk. Gesteltakken breken uit en richten daarbij schade aan, soms ook letselschade. En dat kunnen we natuurlijk niet hebben – vooral niet langs (snel)wegen en in de stad.

We hebben het hier natuurlijk over de ‘groene reus’ onder de bomen: de populier. Vooral bij oudere Canadese populieren (Populus x canadensis) is het probleem van takbreuk bekend. In het eerste stadium beginnen de (gestel)takken uit te zakken. Vervolgens buigen ze steeds verder door, om uiteindelijk uit te breken. Een uitbuigende tak is vaak herkenbaar aan de opening in de kroon die boven de tak is ontstaan.

Groeikracht

De mate waarin het takbreukprobleem zich voordoet, is afhankelijk van de soort en cultivar. Vooral de takstructuur en groeisnelheid van de boom spelen een grote rol. In het verleden zijn voor de houtproductie klonen gekweekt met een rechte stam, een fijne, regelmatige takstructuur en een sterke groeikracht. Deze groeikracht heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van het hout – en daarmee op de breukvastheid.

Hoewel de fijne, regelmatige takstructuur aanvankelijk werd beschouwd als een gunstige eigenschap, blijkt nu dat vooral de dunne takken zeer gevoelig zijn voor takbreuk. Daarnaast blijkt het uitbuigen van gesteltakken vaker voor te komen bij bomen in een rij of groep dan bij solitaire bomen. Ook de positie van de boom ten opzichte van andere bomen blijkt dus een rol te spelen.

Belangen

Bomen die zijn aangeplant als ‘houtproducent’ worden in het algemeen vervangen wanneer de houtaanwas begint af te nemen. In het stedelijk groen spelen echter heel andere belangen een rol. De bomen worden daar vooral toegepast omdat ze in korte tijd een forse omvang weten te bereiken. Zo kunnen ze al snel een bijdrage leveren aan het groene karakter van de omgeving.

Juist vanwege deze bijdrage worden ze vaak zo lang mogelijk in stand gehouden – zeker wanneer het beeldbepalende bomen betreft. Takbreuk vormt echter een wezenlijk veiligheidsrisico dat de handhaving van deze bomen ter discussie stelt.

Gevaar

Takbreuk kan forse schade of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bomen of bomenrijen waarin eenmaal takbreuk is opgetreden, vormen een potentieel gevaar – elk moment kan immers de volgende tak uitbreken. Een forse snoeibeurt beperkt weliswaar het risico van uitbreken op dat moment, maar het is geen duurzame oplossing. Op de resterende takstompen zullen zich namelijk nieuwe takken ontwikkelen. Niet alleen doet dit de gewichtsbelasting weer toenemen, ook zullen de aanhechtingen van de nieuwe takken zwakker zijn dan die van ‘normale’ takken. Dit brengt extra breukgevaar met zich mee.

Daar komt bij dat een forse snoei-ingreep de natuurlijke habitus van de boom ernstig aantast. Vanuit esthetisch oogpunt is dit niet wenselijk. Bovendien mogen dergelijke ingrepen worden gezien als schade, oftewel een waardevermindering van de boom.

Aanslag

Ook de kosten van het snoeien mogen niet uitgevlakt worden. Het innemen van een populier geldt als een kostbare maatregel. Grootschalige snoei binnen een populierenbestand betekent dus een stevige aanslag op het beschikbare onderhoudsbudget. En dat gaat weer ten koste van de andere bomen – die óók goed onderhoud verdienen.

Duidelijk is dat er keuzes gemaakt moeten worden. Verantwoorde keuzes, die de breukrisico’s beheersbaar houden en de veiligheid waarborgen. Ook hier geldt dat er aan de wettelijke zorgplicht moet worden voldaan. Het kan niet zo zijn dat alle oudere populieren ‘zorgenkindjes’ worden die lange tijd alle aandacht opeisen, om uiteindelijk toch op de rooilijst terecht te komen.

Vervangingsplan

Om tot verantwoorde keuzes te kunnen komen, is het nuttig om een vervangingsplan op te stellen. Daartoe moet dan wel eerst het populierenbestand in kaart worden gebracht. Per boom kan worden bepaald in hoeverre het aftakelingsproces is begonnen en welke toekomstverwachting voor de boom geldt. Bomen die al last hebben van takbreuk en dus een potentieel gevaar vormen, kunnen bijvoorbeeld binnen twee jaar worden vervangen door nieuwe exemplaren.

Op deze manier blijft het totale populierenbestand gezond, is de veiligheid gewaarborgd en kunnen forse – maar uiteindelijk zinloze – uitgaven achterwege blijven.

Deel dit bericht via:
Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van wat Bomenwacht Nederland doet? Schrijft u zich dan nu in voor de nieuwsbrief.