Essentaksterfte: sparen of zagen, weet ú het?

09-02-2017
Kennis en opleiding, Ziekten en aantastingen
Geschreven door Simen Brunia

De es heeft het moeilijk. De voor de Nederlandse landschappen zo kenmerkende gewone es (Fraxinus excelsior) heeft sinds 2010 te kampen met essentaksterfte. De veroorzaker, een schimmel die is overgewaaid vanuit Azië, zorgt ervoor dat bomenbeheerders overal in het land voor lastige keuzes komen te staan. Wat is wijsheid: snoeien, vellen of nog even de handen in de zakken en kijken hoe de ziekte zich ontwikkelt?

Verantwoordelijk voor deze hoofdbrekens is het vals essenvlieskelkje (Hymenoscyphus fraxineus). Een klein paddenstoeltje, dat bij vochtige omstandigheden te zien is op de stelen van afgevallen essenbladeren. Via Oost-Europa en Scandinavië is dit schimmeltje ons land binnengekomen. Vooral op onze inheemse es is de ziekte nu te vinden.

Zaailingen in bosplantsoen, knotessen, jonge aanplant, maar ook bijvoorbeeld de treures en de goud-es zijn erg vatbaar. Daar staat tegenover dat bepaalde selecties minder vatbaar lijken, zo wijst wetenschappelijk onderzoek uit. Voorbeelden hiervan zijn Fraxinus excelsior ‘Atlas’ en ‘Altena’. Ook de Amerikaanse essensoorten, de pluim-es en de in Nederland nog weinig toegepaste Fraxinus mandshurica lijken de dans te ontspringen. Gelukkig zijn er dus nog resistente essen te vinden, maar helaas lijkt dit meer uitzondering dan regel. De vraag is nu: is er écht geen toekomst meer voor onze eigen Nederlandse es?

Handen in de zakken

Bijzonder is dat we heel soms binnen een laan of bosje met zwaar aangetaste essen een klein groepje of zelfs maar één exemplaar zien waarop de ziekte geen invloed lijkt te hebben. Zo’n es is mooi groen en de kroonrand is intact, terwijl de ziekte zich juist vooral openbaart in de buitenste delen van de kroon.

Deze gezonde individuen zouden wel eens de genetische oplossing kunnen zijn waarmee kwekers en wetenschappers een nieuwe resistente es kunnen kweken. Wegzagen lijkt daarom doodzonde. Je zou zeggen: handen in de zakken dus… maar voor veel beheerders is dat gewoon geen optie. Handen in de zakken zou nog kunnen als er alleen fijne twijgen aangetast zijn. Maar op het moment dat er al gesteltakken afsterven en de boom een risico voor de omgeving gaat vormen, is het wegsnoeien van de dode gesteltakken het eerste devies. Aangezien de essen vaak als laanbeplanting langs rivieren en grote (provinciale) wegen staan, is intensiever onderhoud niet meer dan logisch.

Wegzagen

Gelet op de stijgende kosten en de risico’s is het op zich ook wel logisch dat de media steeds vaker berichten over overheden die rigoureus ingrijpen. Gemeenten en provincies hebben soms al enkele jaren afgewacht, en nemen dan meteen forse maatregelen. Vaak blijft het niet bij snoei alleen.

Het wegzagen van ernstig aangetaste essenstructuren gebeurt bijvoorbeeld in de provincie Groningen. Beheerder Johan Bok: “Groningen was een van de eerste plekken in Nederland waar de ziekte zich liet zien in de vele essenlanen langs de provinciale wegen. We hebben de zieke essen goed in de gaten gehouden. Uiteindelijk hebben we voor verschillende grote essenstructuren moeten kiezen voor het volledig opruimen van de bomen.”

Ook in het Amsterdamse Bos is intensief geïnventariseerd en gemonitord om te kijken welke actie nodig is. In dit gebied is de sterfte onder de essen het best te zien in de bossen zelf. Enkele percelen zijn volledig aangetast en staan al vol met bomen die geheel of gedeeltelijk zijn afgestorven. Ook hier is snoei niet meer voldoende. Inmiddels zijn al honderden essen aangestipt om geveld te worden. Wel is bekeken of de bomen op dit moment echt gevaarlijk zijn of dat op sommige plekken de dode bomen gewoon kunnen blijven staan.

Wat is wijsheid?

De juiste beslissing hangt dus af van de situatie en het gebied. Ons advies: kijk goed wat de trend is van de ziekte, houd de bomen nauwlettend in de gaten en verzamel betrouwbare data. Alleen zo kun je als beheerder passende maatregelen treffen.

En… kijk vooral ook naar die ene es die tegen alle verwachtingen in fris en gezond blijft, te midden van de afstervende bomen. Het doet bijna denken aan het Gallische dorpje van Asterix, dat dapper weerstand bood tegen de Romeinen. Juist het laten staan van die ene gezonde es kon wel eens de redding betekenen voor deze in Nederland zo geliefde soort.

Zoekt u advies in deze kwestie? U kunt altijd terecht bij uw kennispartner Bomenwacht Nederland.

Deel dit bericht via:
Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van wat Bomenwacht Nederland doet? Schrijft u zich dan nu in voor de nieuwsbrief.