“Is dit bomenzand te droog of te nat?”

28-08-2015
Onderzoeksmethoden
Geschreven door Jaco Houweling

Met het oog op een optimale groeiplaatsinrichting neemt Bomenwacht Nederland een betrouwbare en snelle methode in gebruik om op de verwerkingslocatie het vochtgehalte van bomenzand te kunnen bepalen.

Zelfs de meest gezonde en sterke boom zal uiteindelijk problemen ondervinden als zijn groeiplaats ontoereikend is. Een geschikte groeiplaats is een voorwaarde voor een duurzame boombeplanting. Bomenwacht Nederland is altijd op zoek naar efficiënte manieren om de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van groeiplaatsen te onderzoeken en tot een praktisch advies te komen voor groeiplaatsaanleg en -verbetering.

Kwaliteitseisen

Onlangs heeft Bomenwacht een gedegen methode in gebruik genomen om snel en op locatie het vochtgehalte van bomenzand te kunnen bepalen. Bomenzand is een veelvuldig toegepast groeimedium in groeiplaatsen voor bomen. Hoewel het speciaal is samengesteld om de groei van bomen te stimuleren, is het gebruik ervan geen garantie voor een optimale groeiplaats. Het bomenzand moet namelijk aan strenge kwaliteitseisen voldoen én op een juiste wijze worden verwerkt in de groeiplaats.

Zo is onder meer het vochtgehalte van het bomenzand cruciaal. Het Handboek Bomen stelt een maximum aan het vochtgehalte. Verwerking van te nat bomenzand leidt tot te zware verdichting en structuurbederf, wat ten koste gaat van de doorwortelbaarheid en de bodemgasuitwisseling. Is het bomenzand te droog, dan kan het in het geheel niet worden verdicht, droge organische stof is namelijk veerkrachtig. Zodra het droge bomenzand alsnog vochtig wordt, zal het inklinken.

NEN-norm

Maar wat is een snelle en betrouwbare methode om het vochtgehalte van bomenzand te bepalen? De basis heeft Bomenwacht gevonden in de NEN-norm 5113, die beschrijft hoe het vochtgehalte van grond kan worden bepaald in een laboratorium. Vervolgens heeft Bomenwacht de in de NEN-norm beschreven methode geschikt gemaakt om op de verwerkingslocatie van het bomenzand te kunnen toepassen.

De methode is als volgt. Van een representatief monster wordt het gewicht bepaald. Vervolgens wordt het monstermateriaal gedroogd totdat al het vocht is verdampt en wordt het gewicht van het droge materiaal vastgesteld. Met deze gegevens kan het gewichtspercentage vocht worden berekend. Om op locatie volgens deze methode te kunnen werken, heeft Bomenwacht een weeginrichting, een drooginrichting en de benodigde stroomvoorziening aangeschaft. Met deze apparatuur kan behalve van bomenzand ook van andere in groeiplaatsen te verwerken substraten het vochtgehalte worden bepaald.

Goede afspraken, optimale groeiplaatsen

In de ideale situatie leggen opdrachtgever en aannemer vroeg in een traject van groeiplaatsinrichting of -verbetering de eisen voor het te verwerken bomenzand en de te volgen (meet)procedure vast. Door volgens de NEN-norm 5113 te werken, kan Bomenwacht op locatie en in een tijdsbestek van een uur toetsen of het bomenzand voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van het vochtgehalte.

De nieuw verworven methode stelt Bomenwacht in staat om namens opdrachtgevers een scherp oog te houden op de kwaliteit van bomenzand dat al verwerkt is in de groeiplaats of nog verwerkt moet worden. Dit met het oog op de realisatie van duurzame groeiplaatsen, die uiteindelijk bijdragen aan een gezond en vitaal bomenbestand.

N.B. Dit artikel is mede tot stand gekomen dankzij de inhoudelijke bijdrage van Reindert van Braak.

Deel dit bericht via:
Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van wat Bomenwacht Nederland doet? Schrijft u zich dan nu in voor de nieuwsbrief.