Prachtkevers maken snel nieuwe slachtoffers

05-10-2015
Ziekten en aantastingen
Geschreven door Leonard Sloots

Warmere zomers, mildere winters… ideale omstandigheden voor insecten om zich volop voort te planten. In Nederland grepen vele soorten hun kans, denk maar aan de kastanjemineermot en de eikenprocessierups. Een minder alledaagse soort is de prachtkever. Toch is dit een lastige aantaster, die in staat is bomen te laten afsterven. Hoe gaat deze kever te werk, hoe ver reiken de gevolgen en hoe wordt in Nederland met deze aantaster omgegaan?

Prachtkevers (Buprestidae) komen wereldwijd voor, vooral in warme streken. De kevers hebben vaak fraaie kleuren en een metaalachtige glans, vandaar de naam ‘prachtkever’. Vrijwel alle soorten leven van planten. De naamgeving is afgeleid van de bomen waarop ze leven. Zo zijn er eikenprachtkevers, essenprachtkevers, perenprachtkevers… Nemen we de databestanden van bomeninventarisaties eens onder de loep, dan zien we de perenprachtkever (Agrilus sinuatus) nog het meest naar voren komen. Deze soort tast vooral perenbomen, appelbomen, meidoorns en lijsterbessen aan.

Zigzaggend

In juni en juli leggen perenprachtkevers eitjes in de schorsspleten van jonge bomen. Vaak gebeurt dit aan de schaduwzijde van de boom, om uitdroging te voorkomen. Als de eitjes uitkomen, boren de jonge larven zich door het weefsel naar binnen om daar te overwinteren. De larven zijn roomwit van kleur en hebben een karakteristieke, beitelvormige kop. Na de overwintering beginnen de larven zich zigzaggend een weg te vreten door het bastweefsel van de boom. De gangen die ze daarbij maken, kunnen een lengte bereiken van meer dan een meter. Wanneer meerdere larven tegelijk actief zijn, zullen de gangen elkaar al snel kruisen en treden er verstoringen op in de sapstroom van de boom. Uiteindelijk kan de boom zelfs worden geringd.

Scheuren en barsten

Na twee winters verpoppen de larven zich. Vanaf half mei verlaten de kevers de boom via D-vormige uitvliegopeningen. Aan de vorm van deze openingen is de aantasting dus goed te herkennen. Ook vertoont de schors vaak scheuren, barsten en littekens. Waar delen van de schors inmiddels ontbreken, zijn de karakteristieke zigzag-gangen goed te zien. Daarnaast kan er, door de verstoring van de sapstroom, sprake zijn van gekrulde takuiteinden, twijgsterfte, bladverkleuring en/of het vroegtijdig afvallen van (slecht ontwikkelde) vruchten.

Prachtkevers

Kilometers

Zoals gezegd zijn de warmere zomers en mildere winters gunstig voor de prachtkevers, en daarmee ongunstig voor de bomen. Als echte ‘zonaanbidders’ hebben de kevers vooral baat bij warmte. In de afgelopen decennia is de omvang van de plaag dan ook toegenomen. Niet alleen de boomkwekers hebben er last van, ook de gemeentelijke beheerders worden steeds vaker met aantastingen geconfronteerd. Vooral jonge meidoornbeplantingen op matige groeiplaatsen moeten het ontgelden. Een groot probleem is dat de aantasting zich zo makkelijk verspreidt, de kevers vliegen immers van boom naar boom en kunnen daarbij meerdere kilometers afleggen. De enige manier om de plaag (enigszins) te bestrijden, is de aangetaste bomen vroeg in het voorjaar te rooien en te versnipperen.

Jammer

Hoe gaan gemeenten nu met deze plaag om? Een korte rondgang langs gemeentelijke beheerders leert dat er nauwelijks beleid is op dit gebied. Men is zich weliswaar bewust van de gevaren voor de bomen, maar heeft daar de boomsoortkeuze (nog) niet op aangepast. Eén beheerder moet bekennen dat er na het rooien van een aangetaste meidoornbeplanting gewoon weer nieuwe meidoorns zijn aangeplant, die vervolgens al net zo snel slachtoffer zijn geworden. Jammer van de investering… Wat dit voorbeeld in elk geval duidelijk maakt, is dat de bestrijding van de aantasting vooral op beleidsniveau moet plaatsvinden. Of het nu gaat om de omgang met aangetaste bomen of om soortkeuze en groeiplaatsverbetering, de beheer- en onderhoudskeuzes zouden rechtstreeks moeten voortvloeien uit het vastgestelde beleid. Alleen zo houden we de plagen die onze bomen bedreigen, in toom.

De perenprachtkever is helaas niet meer weg te denken uit ons land, maar soorten als de eikenprachtkever en essenprachtkever – die veel schade in onze bomenbestanden kunnen aanrichten – moeten we met alle mogelijke inspanning zien te weren. Mocht u onverhoopt een verdachte prachtkeversoort tegenkomen, dan dient u dat te melden bij de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).

N.B. Dit artikel is mede tot stand gekomen dankzij de inhoudelijke bijdrage van Reindert van Braak.

Deel dit bericht via:
Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van wat Bomenwacht Nederland doet? Schrijft u zich dan nu in voor de nieuwsbrief.