Gemeenten, provincies, rijksoverheid, waterschappen en adviesbureaus, allemaal partijen die bijgepraat wilden worden over de ins en out van de Omgevingswet. De opkomst bij de 6de editie van de Dag van de Omgevingswet was dan ook hoog. Het netwerk voor milieuprofessionals, VVM, organiseerde de bijeenkomst. Natuurlijk was Bomenwacht Nederland ook aanwezig. In de verdiepende sessies lag de nadruk deze editie op de diverse onderdelen van het wettelijke stelsel en op informatie over de aanloop naar de invoering van de Omgevingswet.

Aan de slag

Iedereen is er maar druk mee. De focus ligt nu op de voorbereidingen voor de invoering van de nieuwe Omgevingswet. De werkzaamheden blijken zo omvangrijk, dat de inwerkingtreding van de Wet door minister Schultz inmiddels is uitgesteld naar 1 januari 2021. Volgens 1 van de sprekers, Rosemarie Bastianen (Directeur Eenvoudig Beter, ministerie van IenM), is het van belang dat overheden niet wachten met hun voorbereidingen en dus nu al aan de slag gaan. “Nu is er al een inspiratieprogramma en kunnen decentrale overheden aan de slag met de instrumenten van de Crisis- en herstelwet. Schuift de inwerkingtreding naar achteren, dan biedt dat tijd om nog meer te oefenen. Afgesproken is dat gemeenten uiterlijk in 2029 een werkend omgevingsplan moeten hebben. Die deadline staat.” (bron: Verslag VVM Dag van de Omgevingswet)

Oefening baart kunst

Dat voorbereiden en oefenen is hard nodig. Veel deelnemers worstelen met de diverse onduidelijkheden die er nog zijn over de uiteindelijke invoering, overgangsrecht en de 6 kerninstrumenten Omgevingsvisie, programma’s, Omgevingsvergunning, projectbesluit, rijksregels en Omgevingsplan. En hoe moet straks alles worden ingevoerd in het Digitale stelsel Omgevingswet (DSO)? De regels, bestemmingsplannen en verordeningen die nu binnen gemeenten gelden voor alle onderdelen van de fysieke leefomgeving, komen straks samen in een gemeentebreed Omgevingsplan. Dit lijkt op een gemeentebreed bestemmingsplan maar omvat veel meer regels en mogelijkheden. Voor bomen betekent dit dat de regels die zijn vastgelegd, straks terecht komen tussen de vele regels rond onder andere bouw, water, riool, geluid, geur, wegen en erfgoed. Zaak dus om te zorgen dat de regels en normen dan ook kloppen en niet botsen met andere regels binnen het uiteindelijke Omgevingsplan. Daarbij mag niet voorbij gegaan worden aan het uiteindelijke doel van de Omgevingswet: deregulering en versimpeling van het rechtstelsel.

Om straks goed aan de slag te kunnen met het inrichten van de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan, wordt nu al flink geoefend. Op de Dag van de Omgevingswet werden ervaringen hiermee gedeeld. De Wet geeft geen richtlijnen over het specifieke uiterlijk van het Omgevingsplan, en laat dit graag over aan de behoeften van het uiteindelijke bevoegde gezag. Elke gemeente kan haar Omgevingsplan naar eigen inzicht inrichten. Zolang de verplichte onderdelen van de fysieke leefomgeving maar geborgd zijn en de regels die vanuit de centrale overheid worden overgeheveld naar de lagere overheden (de zogenaamde ‘bruidsschat’) maar worden opgenomen.

Staalkaarten

Gemeenten hebben behoefte aan meer duidelijkheid en invulling. De Rijksoverheid gaat dit geven in de vorm van staalkaarten die, gericht op specifieke gebieden of thema’s, inspiratie bieden voor de verdere inrichting van het gemeentelijke Omgevingsplan. De eerste staalkaarten moeten in maart 2018 klaar zijn. Op basis van deze staalkaarten zal Bomenwacht Nederland in een later stadium een artikel wijden aan de mogelijkheden voor borging van regels voor bomen in een Omgevingsplan.

Deze Dag van de Omgevingswet waren weer veel ontwikkelingen te bespreken. We staan midden in het proces om te komen tot de invoering en implementatie van 1 van de grootste stelselwijzigingen die Nederland kent. Uiteindelijk zal dit moeten leiden tot wat Ed Nijpels, spreker tijdens het plenaire gedeelte van de dag, 1 van de mooiste wetten ooit noemt.

Meer informatie:
https://www.vvm.info/dagvandeomgevingswet en https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/