3-30-300: ambitieus, maar een duidelijke houvast

26-10-2023
Beleid, Bomenbeheer, Bomenbeleid, Klimaat, Omgevingswet
Geschreven door Melissa Weurman

Je hoort het tegenwoordig veel de “3-30-300 regel” voor bomen. Hadden veel gemeenten tot voor kort richtlijnen voor het aantal bomen per inwoner of huishouden, tegenwoordig gaat bomenbeleid over klimaatadaptatie, ecosysteemdiensten en biodiversiteit. Daar horen nieuwe, andere richtlijnen bij. Normen die veel meer gaan over kroonvolume en kroonbedekking, in plaats van over het aantal stammen. Josien Hissink, Adviseur Beleid & Communicatie, is positief over de norm. Al vindt ze hem voor Nederland ook wel heel ambitieus.

Het uitgangspunt bestaat uit 3 simpele regels: de eerste is dat iedereen vanuit huis minstens 3 bomen zou moeten zien. Verder zou iedere buurt 30% kroonbedekking moeten hebben. En ten slotte mag niemand meer dan 300 meter van een park of groene ruimte wonen. De regel is opgesteld door Cecil Konijnendijk van Hortipoint, en vindt breed weerklank. “Hij bekt lekker en blijft goed hangen, hè?”, lacht Josien. “Dat is altijd een pré. Het komt ook niet uit het niets vallen, regel 2 en 3 zijn gebaseerd op wereldwijde normen van de WHO. Regel 1, zicht op 3 bomen, is vooral communicatief handig, om mensen bewust te maken van hun leefomgeving. Iedereen kan zijn eigen omgeving eraan toetsen, en zijn gemeente erop aanspreken als er te weinig bomen staan.”

Inzicht waar je staat

Onderzoek genoeg dat onderbouwt dat bomen gezondheid en welzijn bevorderen en ecosysteemdiensten leveren, maar precies onderbouwde getallen, daar gaat het niet om. “Wat vooral belangrijk is bij deze regel, is dat je erop kúnt sturen. Kroonbedekking op buurt- of wijkniveau is af te leiden uit de Klimaateffectatlas, waarop heel Nederland is vastgelegd in satellietbeelden. En daarin is ook vastgelegd welke bomen gemeentebomen zijn en welke particulier – voor de kroonbedekking van de wijk maakt dat natuurlijk niet uit, maar het geeft wel inzicht waar je als gemeente staat. En dan kun je ook doelen gaan stellen.”

“De gemeente Huizen bijvoorbeeld neemt de 3-30-300 regel als ambitie op in het nieuwe bomenbeleid”, vertelt Josien. “Wij hebben in het beleidstraject inzichtelijk gemaakt hoe ze het doen ten opzichte van de norm. Je kunt daar gerichte acties op formuleren: in deze wijk moeten er 80 bomen van de 1e grootte bij komen om over zoveel jaar aan de 30%-regel te voldoen, of 270 van de 2e grootte. Onze prestatieanalyse voor vergroening heeft ons geleerd wat realistische groeimodellen zijn voor bomen en natuurlijk kan ook gebruik gemaakt worden van Boommonitor. GIS & Data heeft de parken in beeld gebracht met een buffer van 300 meter eromheen zodat de “witte vlekken” in één oogopslag zichtbaar worden.”

Erg ambitieus

Zouden alle gemeenten deze norm moeten aanhouden? “Dat is maar net hoe je het bekijkt”, zegt Josien. Aan de ene kant is het érg ambitieus. Er zijn maar een paar wijken die die 30% nu halen, en dat kan ook te danken zijn aan een bos. Het is niet realistisch dat alle wijken het kunnen halen. Gemeente Enkhuizen bijvoorbeeld, heeft in het bomenbeleid vastgelegd dat gestreefd wordt naar 15% kroonbedekking in woonwijken en 30% bij speelplaatsen. Buurgemeente Drechterland heeft via een amendement 30% kroonbedekking als norm voor de hele gemeente opgenomen. Daarbij raakt die 30%-regel ook andere aspecten van beleid. Als een wijk een hoog percentage kroonbedekking heeft, maar voornamelijk door particulier groen, dan kan het met (te) soepele regels ook zomaar verdwijnen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle kabels en leidingen waar de grond vol mee zit, die maken dat je niet overal bomen kunt planten. In de praktijk kun je zo’n norm niet zo simpel stellen, dat moet echt maatwerk zijn per gemeente, en per wijk.”

Op zoek naar houvast

Aan de andere kant: in alle omgevingsvisies gaat het over klimaatadaptatie. Bomen geven schaduw en dragen bij aan verkoeling, bomen vangen water af. Dat willen gemeenten graag stimuleren. “We zien dat gemeenteambtenaren op zoek zijn naar houvast; naar heldere normen en duidelijke richtlijnen. Dat doet deze regel wel heel goed, hij is concreet en tastbaar. Met zo’n getal van 30% kun je goed de gemeentelijke organisaties om de oren slaan, bij wijze van spreken.”

Arbitrair of niet, haalbaar of niet, al met al staat Josien er positief tegenover. “Beter te ambitieuze normen voor bomen dan te slappe. Wat ik positief vind is dat deze richtlijn verdergaat dan alleen de roep om méér bomen. Hij zet in op volume, niet op aantal stammetjes. Ook impliceert hij dat een boom groot moet worden om meer baten te leveren, en dus een goede groeiplaats en een lang leven moet hebben. Dat juichen we natuurlijk heel erg toe!”

Deel dit bericht via:
Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van wat Bomenwacht Nederland doet? Schrijft u zich dan nu in voor de nieuwsbrief.