Een ecologisch waardevol bomenbestand

15-12-2022
Bomenbeheer, Duurzaamheid
Geschreven door Josien Hissink

We zien dat steeds meer coalities met groen en bomen het verlies aan biodiversiteit willen tegengaan en een klimaatbestendige gemeente willen worden.* Ook natuurorganisaties vragen om aandacht voor een ecologisch waardevol bomenbestand in de stedelijke omgeving. Door de aanvragen die we krijgen, merken we dat alle knikkers dezelfde kant op rollen. Een makkelijke vraag, een makkelijk antwoord? Of zit een ecologisch waardevol bomenbestand toch wat complexer in elkaar? In dit artikel gaan we in op de aspecten die meespelen bij het formuleren van een advies.

‘Kunnen jullie een lijst voor ons maken?’

Gemeenten hebben behoefte aan een op maat gemaakte sortimentslijst. Ze willen bomen aanplanten die bijdragen aan het lokale ecosysteem (en dat van de toekomst als het door klimaatverandering warmer en droger wordt). Daarbij moet de lijst ook gefilterd kunnen worden op bodemtype en grondwaterstand, windbelasting, weerbaarheid tegen strooizout, beheerbaarheid, boomgrootteklasse, kroonvorm, herfstkleur enzovoorts. Om keuzestress te voorkomen, is het belangrijk dat gemeenten hun uitgangspunten op een rijtje zetten. Vaak verschillen die per gebied en wordt er bij bomen in centrumgebieden geselecteerd op andere kenmerken dan bij bomen in woonwijken of recreatiegebieden. We moeten gemeenten dus niet alleen de juiste knoppen geven, maar hen ook per gebied de gewenste stand laten bepalen.

 

Welke soorten wil je helpen?

De wilg en de eik voeren de lijst aan met het aantal insecten- en mijtensoorten dat van bomen profiteert. Als indicatie voor de ecologische waarde wordt gekeken naar de nectarwaarde. Deze is bij een wilg maximaal en voor de eik bestaat de nectarwaarde uit honingdauw. Maar is elke boom die honingdauw levert, nectarwaarde 5 heeft, of in de ‘Soortentabel Groen in de stad’ met 4 sterren wordt bekroond als nectarbron, automatisch de beste keuze? Het antwoord is nee. Ecologisch onderzoek naar lokaal voorkomende insecten is belangrijk om specifiek deze soorten te helpen. Door het omliggende landschap te analyseren en/of te kijken op waarneming.nl of de nationale databank flora en fauna krijg je alvast een idee van de soorten die lokaal voorkomen.

Diversiteit

Vanuit boombeheer kan de 10-20-30 regel (of een strengere variant hierop) houvast geven om diversiteit aan soorten, geslachten en families over het totale areaal te realiseren. Deze regel is van de hand van genetisch onderzoeker F. Santamour om grootschalige uitval bij ziekten en plagen te voorkomen. Voor biodiversiteit moet echter op kleinere schaal, zoals per straat, park of wijk, gekeken worden naar variatie en jaarronde bloei. Op basis van de bloeiperiode kan een bloeiboog worden gemaakt om te controleren of er in elk seizoen voldoende voedsel (zoals nectar) voorhanden is. Ook wordt er vaak gevraagd om inheemse bomen of gebiedseigen soorten (hierop kun je filteren op bijvoorbeeld bomenwijzer.be). Ondanks dat klimaatzones langzaam maar zeker opschuiven, planten we beter geen grove den in een veengebied of een zwarte els op de Veluwe. Kies dus voor soorten die passen bij het bodemtype en de grondwaterstand.

Tegelijkertijd moeten we onze blik verruimen naar de totale groene inrichting. Voor dieren en insecten zijn ook schuilplaatsen en nestgelegenheden belangrijke voorwaarden om te overleven. De afstand tussen bomen, de verticale gelaagdheid van kruidlaag, struiklaag, de soortkeuze en het bodemleven spelen allemaal een rol voor de ecologische waarde. We moeten van stadsbomen naar stadsbossen en door alleen de juiste boomsoort te planten ben je er dus nog niet.

Laat staan!

Moeten we nu alle platanen en liquidambars kappen? Nee! Die trekken wellicht weinig insecten aan, maar zorgen wel voor verkoeling en een groene omgeving waar mensen van genieten. Bovendien is de menukaart van insecten geen statisch document. Diersoorten en insecten passen zich aan en leren nieuwe gerechten eten. Ook het vervangen van slechte of dode bomen mag wat minder rigoureus gedaan worden. Het laten staan of liggen van dode stammen, of deze laten begroeien met klimop is ontzettend waardevol voor de biodiversiteit en zou daarom ook in het ecologisch actieplan van de boombeheerder moeten staan.

 


* Coalitiequotes:

  • “We kiezen voor zo veel mogelijk inheemse soorten en bevorderen de biodiversiteit. Door keuze voor bij-, insect- en vlindervriendelijke bloemsoorten en specifiek maaibeleid zorgen we voor een bijdrage aan het tegengaan van de biodiversiteitscrisis.”
    (‘Investeren in Utrecht: kiezen voor gelijke kansen, betaalbaar wonen en klimaat’, Coalitieakkoord gemeente Utrecht 2022-2026.)

 

  • “De buitenruimte is essentieel voor een gezonde samenleving. Het gaat daarbij niet alleen om groen, schoon water en biodiversiteit, maar ook om de lucht- en geluidskwaliteit en een waardevol landschap.”
    (‘Samen verantwoord verder’, Coalitieakkoord gemeente Lansingerland 2022-2026)

 

  • “Bij het realiseren van de nieuwe wijken aan de stadsrand behouden we oog voor het groene plattelandsgehalte van de gemeente. Biodiversiteit en de cultuurhistorische waarden van het landschap zijn een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp.”
    (‘Zichtbaar en dichtbij Samen bouwen aan een duurzame en vitale gemeente’, Coalitieakkoord gemeente Alphen aan den Rijn 2022-2026)

 

  • “Deze vergroening van de leefomgeving moet bijdragen aan het leefbaarder maken en levert eveneens een belangrijke bijdrage aan het bestrijden van hittestress en wateroverlast en het stimuleren van biodiversiteit.”
    (‘Collegeprogramma Huizen 2022-2026’)

 

Deel dit bericht via:
Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van wat Bomenwacht Nederland doet? Schrijft u zich dan nu in voor de nieuwsbrief.